Show, Sfeer & Spektakel


Deelnemen aan shows    

Als eigenaar van een rashond wil je op zeker moment wel eens weten of je hond een mooie vertegenwoordiger van zijn ras is. Zelf ben je best tevreden over hoe hij er uit ziet. Van mensen op straat hoor je ook dat hij mooi is en ook de fokker wil graag dat je een keer je hond laat ‘keuren’ door een keurmeester. Soms heeft de fokker dit zelfs opgenomen in de afspraken die je met de fokker maakte toen je je raspup kocht. Maar is een kenner van je rashond het daar mee eens? Wie met deze vraag speelt, kan voor het antwoord terecht op een hondententoonstelling of (kampioenschaps)clubmatch.

Verkeerd beeld

Als je in de publieksmedia iets over hondenshows ziet, is dat vaak in het belachelijke getrokken. Verslaggevers die iets zoeken waarmee ze mensen kunnen vermaken focussen op de excessen. Schoothondjes met lange vachten, gewikkeld in papillotten, honden die op een trimtafel staan en worden gehuld in wolken spray en poeder, honden die prima kunnen lopen maar in de bench het tentoonstellingsterrein op worden gereden en eigenaren die uitsluitend als hobby het aflopen van alle shows hebben. Dit zijn echter uitwassen, die maar voor een kleine groep opgaan. De grote meerderheid van de honden op een tentoonstelling loopt op zijn eigen benen naar binnen, verblijft rustig in een bench of ligt te slapen naast de stoel van de eigenaar, laat zich met plezier in de ring tonen en geniet van een hele dag aandacht. En komt lekker moe, vol van indrukken, weer thuis. Tentoonstellingen zijn kortom geen plekken waar honden worden geplaagd, maar waar ze worden vertroeteld en de kans krijgen zich op hun best te tonen. Voor de eigenaren is het ook een leuk en gezellig dagje uit waarin vaak contacten worden gelegd met gelijkgestemde eigenaren van hetzelfde ras.

Standaard

De fokkerij van rashonden richt zich op een standaard. Dat is de beschrijving van het ideale plaatje van het ras. Als het goed is heb je dat ideale beeld als fokker en liefhebber duidelijk voor ogen staan. Dus een ingevoerde bezitter kan meestal zelf wel vertellen wat mooi en minder geslaagd is aan zijn eigen hond. Maar het oordeel van een buitenstaander is ook wat waard want die kijkt niet met een roze bril. Het liefst is die buitenstaander een deskundige, en exterieurkeurmeesters zijn deskundig. Een keurmeester vergelijkt de hond dus met de standaard. De ene is sterker in het herkennen van de typische kenmerken van het ras omdat hij dat ras zelf heeft gefokt of er op andere manier bijzonder mee vertrouwd is. Zo’n keurmeester wordt rasspecialist genoemd. De andere keurmeester heeft meer aandacht voor de algemene karakteristieken van een mooie, gezonde, functioneel gebouwde hond. Dit zijn de zogenoemde all rounders. Het oordeel van beiden heeft zijn waarde. Als je hond uitblinkt, is het ook leuk om daar in het openbaar erkenning voor te krijgen, of in competitie mee te winnen. Dus een show is interessant voor de beginner, die wel eens wil horen wat een deskundige keurmeester van zijn hond zegt, maar evengoed voor de ervaren fokker, die wil zien hoe zijn honden zich temidden van hun soortgenoten onderscheiden.

Begin

Als je nog nooit naar een show bent geweest is het verstandig om rustig te beginnen. Basisvoorwaarde is natuurlijk dat de hond een rashond is, en dat, als zijn eigenaar in Nederland woont, de stamboom is ingeschreven in het Nederlandse Honden Stamboek (NHSB) en dat naam en adres op het eigendomsbewijs overeenstemmen met de werkelijkheid. Is dit niet het geval dan moet je dat eerst regelen bij de Raad van Beheer. Eigenaar en hond moeten op een show aan verschillende dingen wennen, en dus verschillende dingen leren.

Ringtraining

Het voorbrengen in de ring is daarvan natuurlijk een belangrijk onderdeel. Je kunt er in clubverband mee oefenen. Veel regionale verenigingen geven er les in: de zogenaamde ringtraining. Ervaren exposanten oefenen baas en hond met wat ze in de ring moeten doen. De hond moet netjes in snelle pas of draf lopen, moet zich zonder verzet laten betasten door een vreemde en zijn gebit kunnen laten zien, en moet enige tijd rustig en zich zo voordelig mogelijk tonend in stand blijven staan. De eigenaar moet leren hoe hij de hond hierin kan ondersteunen.

Verzorging uiterlijk

Behalve de feitelijke presentatie in de ring is ook de voorbereiding van belang. Ook daarmee moet je als beginner oefenen. Een tentoonstelling is een schoonheidswedstrijd. Dat vereist dat je aandacht besteedt aan het uiterlijk. Zit de hond goed in de vacht, moet hij misschien wat slanker of kunnen er juist wel een paar pondjes bij? Heeft hij een goede harde bespiering of zou u juist wat meer met hem moeten gaan lopen of fietsen? Aan vacht, conditie en bespiering heeft u nog enige tijd de kans al het mogelijke te doen. Maak u zelf niets wijs wat betreft de uiterlijke conditie van uw hond. Een hond met bijvoorbeeld een slechte vachtconditie zal bij 99% van de keurmeesters geen hoge ogen gooien, dus een Uitmuntend is dan niet meer heel waarschijnlijk.

Showen

Het is aangenaam om niet meteen met het moeilijkste te beginnen. Moeilijk is een grote show zoals de grootste en oudste Nederlandse show de jaarlijkse Winner in de RAI, met een groot aantal deelnemers en veel bezoekers, in een enorme ruimte. Je debuut kun je beter maken bij een kleinschaliger evenement met een meer relaxte sfeer, zoals de clubmatch van de rasvereniging of van een regionale vereniging (kynologen club). Over de clubmatch van je rasvereniging hoor je via het clubblad. Regionale clubmatches vind je aangekondigd in de kynologische pers. Bij regionale clubmatches ben je altijd welkom, ook al woon je niet direct in de buurt.

Inschrijven

Inschrijving voor een show is vaak online mogelijk via de website van de vereniging, en anders zijn daar inschrijfformulieren op te vragen of te downloaden. Wacht niet tot het laatst: de inschrijving sluit enkele weken voor het evenement. Bij het inschrijven wordt gevraagd in welke klasse je de hond wilt aanmelden. Daarvoor moet je uitrekenen hoe oud je hond zal zijn op de dag waarop hij wordt uitgebracht. Bij sommige shows is er een jongste puppy- en/of puppyklasse, dan kun je er al terecht met een pup vanaf vier respectievelijk zes maanden. Anders is negen maanden de startleeftijd. Er zijn verschillende leeftijdsklassen en meestal wijst het zich vanzelf in welke klasse de hond thuishoort. Alleen voor jonge honden tussen 15 en 24 maanden is er een keuze. Als je hond nog erg jeugdig oogt, kun je het beste de klasse kiezen waarin ook jongere honden mogen. Vul het aanmeldingsformulier in met de stamboom van je hond erbij, zodat je de juiste gegevens opgeeft. Sla niets over en betaal meteen bij het inschrijven, de organisatie zal je er dankbaar voor zijn.

In de ring

Wanneer uw klas de ring in moet (de ringmeester roept de nummers af), let u dan goed op uw hond. In de ring moet de hele klas eerst één of meer ronden lopen, het laagste draagnummer voorop, allen op volgorde. Deze rondjes worden gelopen tegen de wijzers van de klok in, met de hond links van u, dus aan de binnenkant. Op het teken van de ringmeester blijft iedereen staan en moeten de honden één voor één afzonderlijk gekeurd worden. Bent u aan de beurt, probeert u de hond dan op zijn allerbest te tonen: laat hem in natuurlijke houding staan met de zijkant naar de keurmeester gericht. De keurmeester zal de hond goed bekijken, betasten en vervolgens het gebit beoordelen. Verder zal de keurmeester het gangwerk van de hond willen beoordelen. Daarvoor moet hij/zij de hond, die in een matige draf loopt, recht van voren en recht van achteren kunnen zien. De meeste keurmeesters zullen u daartoe in een driehoek laten lopen, zodat zij eerst het gangwerk van achteren, vervolgens van opzij en tot slot van voren te zien krijgen.

RingTekening

De hond moet steeds draven en niet telgangen (eerst twee linkerbenen, dan twee rechterbenen verzetten). Wanneer de keurmeester klaar is met uw hond, dient u weer achteraan de rij aan te sluiten. Als u uw hond tijdens het wachten laat staan, zorg dan dat hij mooi staat. Ook tijdens het keuren van de andere honden kijkt de keurmeester regelmatig de hele klas rond, staat uw hond er dan net heel knullig bij, dan maakt dat geen goede indruk. Duurt het wachten lang, laat u hem dan liever zitten of liggen. Wanneer alle honden in de klas individueel gekeurd zijn, moet iedereen zijn hond weer mooi laten staan. Nu zal de keurmeester de beste vier honden uit de klas selekteren en vervolgens plaatsen, soms nadat hij de honden opnieuw heeft laten lopen. De keuringen vinden altijd plaats in de katalogus-volgorde; daarbij kunnen de volgende kwalifikaties gegeven worden: U (Uitmuntend), ZG (Zeer Goed), G (Goed) en M (Matig). Wanneer de honden in de verschillende reuen-klassen geplaatst zijn, komen de nummers één uit die verschillende klassen tegen elkaar uit (mits Uitmuntend) om uit te maken wie de beste reu wordt. Deze krijgt dan het CAC (kampioenschapsprijs) en evt. het CACIB. Vervolgens komt de nummer twee uit de klasse waaruit de CAC-winnaar kwam erbij en wordt uit die honden de reserve-CAC-winnaar gekozen. Daarna gebeurt hetzelfde met de teven. Tot slot komen dan de beste reu en de beste teef tegen elkaar uit om Beste van het Ras (BOB). Mocht u met uw hond Beste van het Ras worden, dan wordt u 's middags terugverwacht bij de zgn. erekeuringen. Daar komen dan alle beste honden van elk ras per rasgroep tegen elkaar uit om beste van hun groep en de besten van alle rasgroepen later weer met elkaar om beste van de hele tentoonstelling.

Een keer is geen keer

Misschien wordt het de eerste keer niet zo’n succes omdat er wat mis gaat bij het voorbrengen of omdat er nog iets aan de voorbereiding blijkt te ontbreken. Het kan ook zijn dat je teleurgesteld bent over het keurrapport dat je hond krijgt. Ga in ieder geval nog eens. Een enkele beoordeling zegt niet genoeg en na de tweede keer weet je al veel beter wat er wordt verwacht. Een jonge hond is bovendien nog volop in ontwikkeling, een paar maanden later kan hij zich al heel anders tonen. Na een paar maal meedoen weet je waar je het over hebt. Dan heb je inmiddels ook wel een beetje een idee gekregen wat je hond in deze tak van hondensport waard is. Krijgt hij regelmatig een uitmuntend als kwalificatie, dan zitten er misschien op den duur wel kampioenschapsprijzen in. Dat kan een reden zijn om vaker te showen. Ook als dat niet het geval is maar je hond het leuk vindt om te showen en jij als eigenaar het een leuke sociale bezigheid vindt, heeft het zin om te blijven komen. 

Vind je hond, of jij, het niet leuk of haalt hij geen hoge kwalificaties? Niet getreurd, het belangrijkste: Jouw Golden Retriever blijft toch altijd je eigen persoonlijke kampioen!