ethiek

 

 

 

 

 

 

 

Code van Ethiek

De Golden Retriever Club Nederland (GRCN) stelt zich doel te bevorderen dat eigenaren van Golden Retrievers hun hond een in alle opzichten goed leven bieden en dat fokkers hun uiterste best doen om gezonde, functionele, rastypische nakomelingen te fokken uit weloverwogen combinaties. Om dit te bereiken zijn eerlijkheid, kennis van kynologische en veterinaire zaken en het, zowel nationaal als internationaal, uitwisselen van gezondheidsgegevens van groot belang voor de selectie van geschikte ouderdieren.

Leden van de GRCN onderschrijven de doelstelling van de vereniging, zoals die is omschreven in de onderstaande Code van Ethiek.

  1. Onze leden bieden hun hond de leefomstandigheden, de zorg en de aandacht die nodig zijn voor een gezond en gelukkig leven. Fokkers wijzen toekomstige eigenaren van pups op de verantwoordelijkheden die het bezitten van een hond met zich meebrengt en ze geven hen advies over de opvoeding.
  2. Leden die zich bezighouden met het fokken, conformeren zich aan de rasstandaard en het fokreglement van de vereniging. De vereisten die daarin worden omschreven, betreffen de functionaliteit, de gezondheid, de bouw en de werkaanleg.
  3. Leden van de GRCN laten de honden die ze als fokteef of dekreu gebruiken, onderzoeken op in het ras voorkomende aandoeningen, zoals HD (heupdysplasie), ED (elleboogdysplasie), enkele oogafwijkingen en ichthyosis. Als er een DNA-test beschikbaar is voor een bepaalde afwijking, dan is het aan te raden deze controle uit te laten voeren om combinaties te voorkomen die een voorspelbaar risico met zich meebrengen.
  4. Leden van de GRCN fokken alleen met honden die het juiste karakter hebben. Ze mogen geen overmatige angstreactie vertonen of zich agressief gedragen in voor de hond normale, maatschappelijk gerelateerde situaties.
  5. Elk lid dat een nest fokt, gebruikt ouderdieren die in staat zijn om zich op natuurlijke wijze te kunnen voortplanten. De fokker is eveneens verantwoordelijk voor het deskundig grootbrengen van de pups in een daarvoor geschikte omgeving. Hierbij valt te denken aan het verstrekken van de juiste voeding, het toedienen van de vereiste entingen en het inprenten van het gewenste gedrag.
  6. Elk lid aanvaardt dat honden, net als mensen, ouder worden en dat zij met het klimmen der jaren meer verzorging en extra aandacht nodig hebben.